Hoekwoning gewaardeerd als 2-onder-1-kap leidt tot berisping

Dossiernummer: 23553

Datum uitspraak: dinsdag 09 januari 2024

Klagers zijn het niet eens met de getaxeerde waarde van hun woning. De woning is aangemerkt als een 2-onder 1-kapwoning, terwijl het gaat om een hoekwoning zonder garage. Daardoor is de waarde volgens klagers € 50.000 te hoog vastgesteld en zijn er problemen gerezen bij hun overbruggingsfinanciering. Ook klagen zij over de communicatie met de taxateur, die volgens klagers nergens op reageert, en over de zorgplicht van de verzekeraar.

De taxateur erkent dat er iets misgegaan is. Hij heeft bij het woningtype in het taxatierapport een verkeerd veld aangeklikt. Hij ontkent echter dat hij de waarde onjuist heeft bepaald. Hij heeft gezocht naar vergelijkbare hoekwoningen zonder garage als referentie, maar die waren niet te vinden. Hierdoor kwam hij bij 2-onder-1-kapwoningen als referenties uit, gelegen in dezelfde woonwijk en relatief dichtbij de getaxeerde woning. Dit waren volgens de taxateur de best vergelijkbare objecten. Daardoor is volgens de taxateur voldaan aan de eisen van transparantie en zorgvuldigheid en is hij op goede gronden gekomen tot de door hem vastgestelde waarde.

Over de communicatie zegt de taxateur dat hij aansprakelijk is gesteld door klagers, en dat hij daarna, conform de polisvoorwaarden, de contacten uit handen heeft gegeven aan zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Ook wijst de taxateur erop dat het rapport gevalideerd is, wat erop duidt dat de waarde juist is gesteld. Tevens blijkt uit de foto voorop het rapport dat het gaat om een hoekwoning.

Het tuchtcollege overweegt dat bij onderdeel C van het taxatierapport, “woningtype”, “2-onder-1-kapwoning” is ingevuld terwijl het getaxeerde object een hoekwoning van een rij van zeven woningen betreft. Verder heeft de taxateur als referentieobjecten ook alleen 2-onder-1-kapwoningen opgevoerd zonder hierover in het rapport een uitleg te geven. Onder meer deze twee omstandigheden, in samenhang bezien, hebben ertoe geleid dat klagers geen vertrouwen hebben in de wijze waarop de marktwaarde is vastgesteld.

De toelichting die de taxateur tijdens de hoorzitting heeft gegeven, had niet achteraf, maar in het rapport zelf, op het moment dat hij de waarde vaststelde, toegelicht moeten worden. Door dit niet te doen is het rapport innerlijk tegenstrijdig, waardoor de conclusies onvoldoende zijn onderbouwd. Daardoor voldoet het rapport niet aan de vereisten van transparantie en zorgvuldigheid. Klachtonderdeel 1 is daarom gegrond.

De andere klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Gebruikelijk is dat de communicatie na aansprakelijkstelling verloopt via de verzekeraar. Het handelen van de verzekeraar valt buiten de tuchtprocedure.

Het tuchtcollege legt de taxateur een berisping op.


Terug naar overzicht