Ook een gevalideerd rapport kan niet volledig voldoen aan de regelgeving van NRVT, taxateur is eindverantwoordelijk

Dossiernummer: N23573

Datum uitspraak: maandag 12 februari 2024

Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op twee taxatierapporten vallend onder woonruimte resp. bedrijfsmatig vastgoed.

De taxatierapporten voldoen volgens NRVT niet aan de eisen van zorgvuldigheid en transparantie. Uit hetgeen in de audit is gesteld blijkt dat in de taxatierapporten essentiële informatie ontbreekt, zoals de onderbouwing van de gebruikte parameters, de referenties van de winkelruimte en de kwalitatieve analyse van de referenties. Daarnaast bestaat onduidelijkheid over de oppervlakten in één rapport. Hierdoor zijn de berekeningen en opbouw van de geschatte waarde niet inzichtelijk en de overwegingen van de taxateur voor een derde niet te volgen.

Voorts heeft de taxateur een rapport opgesteld van een object dat buiten zijn Kamer valt. Tenslotte stelt NRVT dat het feit dat een rapport door NWWI is gevalideerd/goedgekeurd, nog niet betekent dat het betreffende taxatiedossier volledig voldoet aan alle vereisten van de NRVT-regelgeving.

De taxateur merkt ten aanzien van het eerste rapport op dat dit gevalideerd is door NWWI, maar dat hij het beter had moeten motiveren. Ten aanzien van het tweede rapport stelt de taxateur, met de kennis van nu, de klacht en standpunten van NRVT te begrijpen. Achteraf gezien had hij de opdracht beter niet aan kunnen nemen.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld die niet naar behoren zijn ingericht en summier gemotiveerd zijn, waardoor diverse essentiële gegevens ontbreken. De door de taxateur geschatte waarde kan hierdoor niet worden onderbouwd. Daardoor zijn fundamentele beginselen geschonden zoals vastgelegd in het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB), met name het beginsel van zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 RGB).

Het tuchtcollege stelt verder vast dat de taxateur staat ingeschreven in de Kamer Wonen, maar in zijn verweer naar aanleiding van de uitkomsten van de audit onvoldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat hij binnen het bedrijfsvastgoed over de benodigde ervaring en vakbekwaamheid beschikt om een dergelijke taxatie te kunnen uitvoeren.

De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.

Gelet op de aard en de ernst van de overtredingen acht het tuchtcollege in de onderhavige kwestie de maatregel van berisping gepast, ondanks dat de taxateur zijn fouten erkent.


Terug naar overzicht