Gedeeltelijk gegronde klacht na slordigheden

Dossiernummer: 210622

Datum uitspraak: woensdag 15 september 2021

Vaste jurisprudentie van het tuchtcollege is dat slordig niet meteen klachtwaardig is. In deze klacht komt het tuchtcollege echter tot een gedeeltelijk gegronde klacht vanwege meerdere slordigheden.

Een register taxateur stelt een taxatierapport op van een woonboerderij, met het oog op een te verdelen boedel van de overleden eigenaar. Klager is één van de erfgenamen, de opdrachtgever is diens broer. Klager stelt dat er een aantal onjuistheden in het rapport zitten en de waarde te hoog is vastgesteld. Er is onder andere een oud modelrapport gebruikt, een onjuist bouwjaar genoemd, de opdrachtgever is ten onrechte de eigenaar genoemd, er ontbreekt een plausibiliteitsverklaring en de staat is als ‘matig’ aangemerkt. Tot slot wordt gesteld dat de taxateur niet onafhankelijk was.

De taxateur wijst de meeste klachtonderdelen af, maar erkent dat een plausibiliteitsverklaring vereist was. Die heeft hij daarom alsnog gevraagd aan een ervaren taxateur. Ook heeft hij op diverse plekken in het rapport opgenomen dat het om een renovatieobject ging.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur niet geheel zorgvuldig is geweest. Er is een onjuist model gebruikt, uit 2016 en bedoeld voor woningcorporaties, maar de Praktijkhandreiking Wonen bevat geen dwingende voorschriften. Wanneer sprake is van een niet-gevalideerd rapport, moet er een plausibiliteitstoets worden uitgevoerd. Dat is niet gebeurd. Zodra de taxateur hierop gewezen is, heeft hij deze alsnog laten uitvoeren, zodat hij volgens het tuchtcollege zijn omissie heeft hersteld. De stelling dat de taxateur een verklaring van erfrecht had moeten vragen en dat alleen de executeur-testamentair de taxatieopdracht had kunnen geven, volgt het tuchtcollege niet.

Wel zijn er meerdere slordigheden in de omschrijving van het pand en het niet bijvoegen van de opdrachtvoorwaarden.

De taxateur heeft het object ‘matig’ genoemd omdat het niet gaat om een bouwval. Wel heeft hij aangegeven dat de kosten voor noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud meer dan 10% van de getaxeerde marktwaarde bedragen. Ook geeft hij aan dat het gaat om een te renoveren woonboerderij met veel renovatiekosten. Dat vindt het tuchtcollege voldoende nauwkeurig.

Dat de taxateur niet integer, niet onafhankelijk of partijdig is geweest, is niet onderbouwd. Het tuchtcollege oordeelt ook dat de taxateur in redelijkheid tot zijn waarde heeft kunnen komen. Die klachtonderdelen zijn ongegrond. Wel is het tuchtcollege van oordeel dat de taxateur, die wist dat er sprake was van boedelverdeling en van een eerder taxatierapport met een lagere waarde, waarmee zijn opdrachtgever het niet eens was, extra zorgvuldig had moeten zijn bij het opstellen van het rapport. Ook slordigheden kunnen bij een dergelijke precaire situatie tot conflicten tussen de erfgenamen leiden. Daarom is de klacht gedeeltelijk gegrond en krijgt de taxateur een waarschuwing opgelegd.


Uitspraak in hoger beroep: Slordigheden in rapport in hoger beroep geen reden tot zwaardere maatregel


Terug naar overzicht