Geen rechtsongelijkheid bij maatregel na doorlopend toezicht

Dossiernummer: N22487HB

Datum uitspraak: vrijdag 01 september 2023

Uitspraak in eerste aanleg: Uitspraken n.a.v. kwaliteitsonderzoek Doorlopend Toezicht: alle klachten gegrond

In eerste aanleg is de taxateur, na een klacht van NRVT vanuit doorlopend toezicht, een voorwaardelijke schorsing opgelegd. De taxateur stelt hoger beroep in. Hij is het niet eens met de opgelegde maatregel.

De taxateur stelt dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Bij hybride taxaties – ook wel bekend onder de naam bureauwaardering – krijgen taxateurs waarbij is gebleken dat zij zich niet aan de regels houden, wel de gelegenheid hun leven te beteren. Dit is bij de taxateur niet gebeurd. Dat vindt hij in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ook vindt de taxateur het niet terecht dat het tuchtcollege een zwaardere maatregel heeft opgelegd dan door NRVT was verzocht.

Het tuchtcollege oordeelt dat de vergelijking met de bureauwaardering niet opgaat. Bij de bureauwaardering is sprake van een nieuw product met recent ingegane regelgeving. Dat kan anders worden beoordeeld dan regelgeving die al sinds jaar en dag geldt. Dat een taxatierapport inzichtelijk dient te zijn en voor een derde te volgen moet zijn, is al jarenlang vaste jurisprudentie van het Tuchtcollege NRVT.

Ook de omstandigheid dat een taxateur een verbeteringstraject is ingeslagen, staat niet in de weg aan een tuchtklacht en het opleggen van een maatregel.

Het tuchtcollege overweegt wel dat in eerste aanleg beter had moeten worden uitgelegd waarom een zwaardere maatregel dan NRVT had verzocht nodig werd geacht. Het hoger beroep treft doel en de taxateur krijgt een mildere maatregel opgelegd dan eerder: de voorwaardelijke schorsing wordt omgezet naar een berisping.


Terug naar overzicht