Na een audit in het kader van doorlopend toezicht dient NRVT een klacht in die ziet op twee taxatierapporten vallend onder de Kamer Wonen.

De taxatierapporten voldoen volgens NRVT niet aan de eisen van objectiviteit en onafhankelijkheid. In beide rapporten is sprake van een wenswaarde. De taxateur heeft de opdracht niet afgewezen c.q. teruggegeven en heeft in het taxatiedossier niets vastgelegd over de bedreigingen en de door hem genomen maatregelen. Ook zijn de dossiers die bij deze rapporten horen onvolledig. Daarmee is gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB).

De taxateur erkent de genoemde fouten te hebben gemaakt, heeft hiervan geleerd en heeft verbeteringen doorgevoerd in de praktijk.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur zich terdege bewust had moeten zijn van het maatschappelijk vertrouwen dat aan zijn rapporten zou worden ontleend. De afwegingen die de taxateur heeft gemaakt om te beoordelen of het hem vrijstond deze opdracht te aanvaarden, hadden in het taxatierapport moeten worden opgenomen. In plaats daarvan zijn – onjuiste - standaardverklaringen opgenomen. De taxateur heeft aldus het in hem – als taxateur – gestelde maatschappelijke vertrouwen geschonden en daarmee het beroep van taxateur geschaad.

Het tuchtcollege is van oordeel dat er sprake is van tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar handelen door de taxateur. Het tuchtcollege oordeelt dat de klacht gegrond is en legt naast de berisping een voorwaardelijke boete van € 2.500 aan de taxateur op.

Er is reden om naast de berisping een voorwaardelijke geldboete op te leggen, omdat het tuchtcollege van oordeel is dat de taxateur enkele kernbeginselen van de NRVT-regelgeving heeft geschonden. Het tuchtcollege wil hiermee het duidelijke signaal afgeven dat handelen in strijd met de beginselen van objectiviteit en onafhankelijkheid niet acceptabel is.