Taxateur twijfelt of hij wel door moet gaan met taxeren

Dossiernummer: N25013

Datum uitspraak: vrijdag 23 mei 2025

Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op een drietal taxatierapporten en een afgegeven plausibiliteitsverklaring voor een verkort rapport, allen vallend onder de Kamer Wonen.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld waarin essentiële informatie ontbreekt. Zo wijkt de uniforme verbouwingsspecificatie af, is de bewoningsvraag foutief beantwoord, is er onduidelijkheid over de juiste metrage en is er onduidelijkheid over de invloed van de herstelkosten. In één geval is gebleken van een door een opdrachtgever geuite wenswaarde. De taxateur heeft naar aanleiding van deze wenswaarde (conform de artikelen 6.3 en 11.4 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels) nagelaten in het rapport op te nemen hoe hij hiermee is omgegaan. Dat niet is gebleken dat de taxateur zich door de geuite wenswaarde heeft laten beïnvloeden, doet hieraan niet af. Ook had de taxateur bij het verkorte rapport nooit tot het verstrekken van de plausibiliteitsverklaring mogen overgaan. 

De taxateur stelt zich nooit een waarde te laten voorschrijven, maar zelf aan de hand van marktgegevens de waarde te bepalen. De taxateur stelt altijd ethisch te hebben gehandeld. De taxateur is van mening dat er sprake is van tegenstrijdigheden in het auditrapport nu enerzijds gesteld wordt dat hij onvoldoende integer heeft gehandeld, terwijl anderzijds de taxateur – volgens de auditor - wel objectief en onafhankelijk en conform de regels heeft gehandeld. Verder stelt de taxateur dat er in alle systemen eenvoudig referenties terug zijn te vinden waardoor de waarde – ook naderhand – goed te onderbouwen is. Bovendien heeft hij al 37 jaar ervaring en is het derhalve niet noodzakelijk om een schaduwberekening te maken. Ter zitting heeft de taxateur medegedeeld dat hij overweegt te stoppen met taxeren nu er steeds meer eisen aan de rapporten worden gesteld. Hij vraagt zich af of hij hieraan nog kan voldoen, mede in combinatie met zijn andere werkzaamheden.

Het tuchtcollege is van oordeel dat zowel de taxatierapporten als de plausibiliteitsverklaring op onvoldoende zorgvuldige en transparante wijze zijn opgesteld en dat de taxateur in strijd met het beginselen van integriteit, objectiviteit en onafhankelijkheid heeft gehandeld.

De klacht is dan ook gegrond.

In dit geval acht het tuchtcollege het uitbrengen van deze rapporten, het handelen in strijd met het beginsel van integriteit en het afgeven van een plausibiliteitsverklaring voor een verkort rapport dusdanig ernstig en verwijtbaar, dat een maatregel van berisping met een voorwaardelijke boete moet worden opgelegd.

Het tuchtcollege heeft in haar afweging meegenomen dat de – zeer ervaren - taxateur tijdens de mondelinge behandeling inzicht heeft getoond in zijn tekortkomingen en zelf inziet dat het voor hem zeer moeilijk is om te voldoen aan de steeds strengere eisen die op grond van de regelgeving aan Register-Taxateurs worden gesteld. Het handelen van de taxateur is echter van dien aard, dat het tuchtcollege het opleggen van genoemde maatregel gepast acht.


Terug naar overzicht