Uitspraak in eerste aanleg: Taxeren van nog niet gebouwde woning; of klagers een ‘goede deal’ hadden met de aannemingsovereenkomst is niet aan de taxateur

In hun hoger beroepschrift stellen klagers – kort weergegeven – dat het taxatierapport ernstig gebrekkig is en evident onjuiste feiten en uitgangspunten bevat. Dit, samen met het ontbreken van een deugdelijke motivering hoe de taxatiewaarde tot stand is gekomen, maakt dat in het taxatierapport niet inzichtelijk en navolgbaar is gemaakt hoe de taxateur tot haar taxatiewaarde is gekomen, anders dan door een optelsom van kavelkoopprijs, geoffreerde aanneemsom en verwachte meerwerkkosten. De door de taxateur in het taxatierapport gehanteerde optelsom en andere evident onjuiste feiten en uitgangspunten, wijken op fundamentele wijze af van de normen die volgens de regelgeving van het NRVT en van het NWWI zijn vereist voor het bepalen van de marktwaarde van een nog te bouwen woning volgens de geldende definitie van marktwaarde.

Klagers kunnen zich dan ook niet verenigen met de eerste uitspraak. Zij verzoeken het beroep gegrond te verklaren en de uitspraak in eerste aanleg te vernietigen.

De taxateur voert – eveneens kort weergegeven - aan dat het hoger beroepschrift grotendeels een herhaling is van wat in de procedure in eerste aanleg al is aangevoerd. Zij blijft erbij dat zij tot een juiste waardering is gekomen, waarbij is gewerkt volgens de regelgeving van NRVT. 

Voor de onderbouwing van de waardering verwijst de taxateur naar de bijlage bij het taxatierapport

Het tuchtcollege overweegt dat alle in het beroepschrift naar voren gebrachte grieven tegen de bestreden uitspraak en het taxatierapport er in de kern op neerkomen dat het rapport niet aan de NRVT-regelgeving voldoet omdat het niet navolgbaar en inzichtelijk is.

In navolging van het tuchtcollege in eerste aanleg, heeft het tuchtcollege in hoger beroep het rapport getoetst aan de regelgeving van NRVT. Ook in hoger beroep luidt de conclusie dat het rapport aan deze regelgeving voldoet, met name aan de in deze procedure aan de orde zijnde beginselen van zorgvuldigheid en transparantie (inzichtelijkheid en navolgbaarheid). Het tuchtcollege is van oordeel dat de taxateur in het rapport in voldoende mate heeft onderbouwd hoe zij aan de door haar vastgestelde waarde is gekomen. Hierbij heeft zij de vergelijkingsmethode toegepast. Op correcte wijze heeft de taxateur de kavel en de daarop te bouwen woning vergeleken met referentieobjecten en hierop, rekening houdend met de verschillen tussen het getaxeerde object en de referenties, op inzichtelijke wijze de nodige correcties toegepast. De stelling van klagers dat de taxateur slechts een optelsom heeft gemaakt van de kavelkoopprijs, de geoffreerde aanneemsom en de verwachte meerkosten, vindt dan ook geen steun in de stukken.

Nu het tuchtcollege tot de conclusie is gekomen dat het rapport voldoet aan de regelgeving van NRVT, geven de overige door klagers naar voren gebrachte punten geen aanleiding om alsnog te oordelen dat de klacht tegen de taxateur gegrond is.

Het tuchtcollege zal dan ook overgaan tot bekrachtiging van de uitspraak van het tuchtcollege in eerste aanleg.