Taxateur niet transparant genoeg geweest, maar onvoldoende sprake van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid

Dossiernummer: 25036

Datum uitspraak: maandag 29 september 2025

Klager en zijn zussen hebben agrarische gronden geërfd. Ten behoeve van de verdeling hebben zij in november 2022 een taxatierapport op laten maken. De verdeling heeft vervolgens enige tijd op zich laten wachten, waarna bij één van de zussen twijfel is ontstaan over de juistheid van de verrichte taxatie. Dit is uitgemond in een rechtszaak. Gedurende deze rechtszaak is tussen de erfgenamen - klager en zijn zussen - overeengekomen de percelen opnieuw te laten taxeren met peildatum oktober 2022. Klager (met zus F.) kon zich niet vinden in de uitkomst van deze nieuwe taxatie. Het is vervolgens niet gelukt met de taxateur alsnog tot een oplossing te komen. Derhalve heeft klager een klacht ingediend bij het tuchtcollege.

Het tuchtcollege stelt, zoals in eerdere zaken overwogen, in zijn algemeenheid vast dat de door een taxateur aan een object toegekende waarde slechts marginaal kan worden getoetst.

Het tuchtcollege overweegt dat de taxateur bij de keuze voor de wijze van waardering van de onder- en omliggende grond van de loods de begrenzing heeft gekozen die minimaal nodig is voor de loods. Een taxateur waardeert in het algemeen de situatie die hij aantreft. In dit geval was sprake van beplating welke gebruikt werd voor opslag en het parkeren van bedrijfswagens. Het tuchtcollege is van oordeel dat de taxateur dit niet te ruim heeft gedaan en dat het hem vrijstond voor deze wijze van waardering te kiezen.

Het tuchtcollege overweegt verder dat het de taxateur vrij stond voor deze vorm van waardering te kiezen. De grond naast de woning heeft een meerwaarde nu je als eigenaar hier meer regie over hebt en houdt. Ook de keuze voor de vervangingswaarde in plaats van referenties voor het waarderen van de bedrijfsloods (voormalige rolkas) is aan de taxateur.

Voor zover door klager wordt gesteld dat de door de taxateur gekozen referenties niet passend zijn, overweegt het tuchtcollege dat de keuze van de referentieobjecten, het duiden van de verschillen tussen de objecten en het inschatten van het effect op de marktwaarde ervan tot het wezen van de taxatie behoort, waarbij de Register-Taxateur een behoorlijke mate van vrijheid heeft. De regels schrijven niet voor dat de taxateur moet onderbouwen waarom hij specifiek deze referenties heeft gekozen. Wel dient de taxateur zijn keuzes toe te lichten en van een voldoende onderbouwing te voorzien. Het tuchtcollege is het met klager eens dat de onderbouwing summier was. De taxateur heeft ook erkend dat hij de referentieobjecten met meer woorden had moeten toelichten.

Het tuchtcollege is, alles overwegende, van oordeel dat de taxateur niet transparant genoeg is geweest.  Dat een taxatierapport achteraf beter had gekund, betekent echter nog niet dat sprake is van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Het tuchtcollege is dan ook van oordeel dat de klacht niet gegrond is.


Terug naar overzicht