Taxatie door drie taxateurs in het kader van terugkoopregeling

Dossiernummer: 22462

Datum uitspraak: dinsdag 07 maart 2023

Klager dient een klacht in tegen een taxateur die een woning heeft getaxeerd. Klager wil het object terug verkopen aan de Stichting. De Stichting kon zich niet vinden in een eerste taxatie met een waarde van € 455.000. Daarna is door drie taxateurs een gezamenlijke taxatie uitgevoerd, waarin een waarde is vastgesteld van € 370.000.

In het rapport is de waarde volgens klager niet op de juiste wijze vastgesteld. Er is geen rekening gehouden met de prijsstijgingen in de markt, er is niet uitgegaan van het oorspronkelijke rapport bij het inmeten van het oppervlak, de onderhoudstoestand is onjuist en de referentie-objecten zijn niet vergelijkbaar. Ook mist klager de onderbouwing door de afzonderlijke taxateurs.

Het tuchtcollege oordeelt dat de klacht ongegrond is.

De taxateurs hebben de woning opgenomen, hun bevindingen verwerkt in een volledig taxatierapport en de geschatte waarde is onder meer onderbouwd met referenties. De keuze van de referentiepanden, het duiden van de verschillen tussen de objecten en het inschatten van het effect op de marktwaarde ervan, behoort tot het wezen van het taxeren, waarbij de register taxateur een behoorlijke mate van vrijheid heeft. Er hoeft niet onderbouwd te worden welke referentiepanden zij niet geschikt achten.

Het tuchtcollege kan de taxateurs volgen in hun redenering dat inmeting plaats dient te vinden naar de huidige regelgeving, dus op basis van BBMI. Ten tijde van de aankoop bestonden de huidige meetnormen nog niet.


Uitspraak in hoger beroep: Bezwaar tegen lagere geschillentaxatie door drie Register-Taxateurs ook in hoger beroep ongegrond

Dat de taxateurs zich zouden hebben laten beïnvloeden door de opdrachtgever, is door de feiten noch door de omstandigheden komen vast te staan. Dat de opdrachtgever belang had bij een lagere waarde is daarvoor onvoldoende, nu bij een taxatie met meerdere belanghebbenden vrijwel altijd één partij belang heeft bij een hoge waarde en de andere partij bij een lage waardering. 

Tot slot merkt het tuchtcollege op dat zij de stelling van de taxateurs volgt, dat in geval van een gezamenlijk uitgebracht rapport, een afzonderlijke onderbouwing door iedere taxateur niet noodzakelijk is.


Terug naar overzicht