Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op een taxatierapport vallend onder de Kamer Wonen.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur de opdrachtgever eerst heeft geadviseerd over de verkoopvraagprijs van de woning. Vervolgens heeft hij de woning getaxeerd, terwijl het op dat moment waarschijnlijk was dat de woning ook door (het kantoor van) de taxateur verkocht zou gaan worden. De taxateur heeft de opdracht afgewezen noch teruggegeven. In het taxatiedossier heeft hij vervolgens niets vastgelegd over de ten gevolge van zijn handelen ontstane bedreigingen en de door de taxateur noodzakelijk te nemen c.q. genomen maatregelen.

De taxateur had zich terdege bewust moeten zijn van het maatschappelijk vertrouwen dat aan zijn rapport zou worden ontleend. De afwegingen die de taxateur heeft gemaakt om te beoordelen of het hem vrijstond deze opdracht te aanvaarden, hadden in het taxatierapport moeten worden opgenomen. De taxateur heeft dit nagelaten. Hij heeft aldus het in hem als taxateur gestelde maatschappelijk vertrouwen geschonden en daarmee het beroep van taxateur geschaad.

De taxateur erkent dat hij niet aan de regelgeving heeft voldaan. Hoewel hij bekend was met artikel 11.1 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB), was hij zich niet bewust van de inhoud van artikel 11.3 RGB over de schijn van belangenverstrengeling. De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.

Het tuchtcollege legt de maatregel van berisping op omdat de taxateur door zijn handelen een kernbeginsel van de NRVT-regelgeving heeft geschonden. Het tuchtcollege wil hiermee ook het duidelijke signaal afgeven dat handelen in strijd met het beginsel van objectiviteit en onafhankelijkheid niet acceptabel is.