Berisping met boete na taxatie zonder aantekening GZV

Dossiernummer: N23525

Datum uitspraak: vrijdag 22 september 2023

Na een audit in het kader van doorlopend toezicht, heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op drie taxatierapporten vallend onder Bedrijfsmatig Vastgoed en deels onder GZV.

De taxatierapporten voldoen volgens NRVT niet aan de eisen van zorgvuldigheid en transparantie. Essentiële informatie ontbreekt, zoals de vertaalslag van de referenties naar gemaakte keuzes in het rapport en de BAR/NAR-analyse. Tevens zijn de exploitatielasten onvoldoende in de disconteringsvoet (in het DCF-rekenmodel) onderbouwd. Daarmee is gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB).

Daarnaast wordt door de taxateur – die niet beschikt over de aantekening GZV – niet toegelicht waarom hij daarvoor over voldoende vakbekwaamheid beschikt.

De taxateur erkent de genoemde fouten te hebben gemaakt. Hij heeft vanuit een servicegerichte gedachte gewerkt en beseft nu dat hij de opdracht niet had moeten aannemen. Hij zal dit in de toekomst ook niet meer doen.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld die niet naar behoren zijn ingericht en summier gemotiveerd zijn. Hierdoor ontbreken diverse essentiële gegevens waarmee de door de taxateur geschatte waarde kan worden onderbouwd. Daardoor zijn fundamentele beginselen geschonden zoals vastgelegd in het RGB, met name het beginsel van zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 RGB).

Het tuchtcollege overweegt dat specifiek aan taxaties van GZV-objecten zwaardere eisen worden gesteld dan aan 'gewoon’ bedrijfsvastgoed, omdat deze taxaties, op basis van hun omvang en complexiteit, een grotere impact op het maatschappelijk en economisch verkeer hebben. Juist die omvang en complexiteit vereisen een verdergaande vakbekwaamheid van de taxateur, welke bekwaamheid expliciet uit het taxatierapport dient te blijken, hetgeen hier ontbreekt.

De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.

Gelet op de aard en de ernst van de overtredingen, acht het tuchtcollege in de onderhavige kwestie de maatregel van een berisping met een boete gepast.


Terug naar overzicht