De klacht heeft betrekking op het door de taxateur in opdracht van de ex-partner van klager opgestelde taxatierapport. Klager en de ex-partner van klager zijn gezamenlijk eigenaar van de woning. Het doel van de taxatie was een waardebepaling wegens boedelscheiding.

Het tuchtcollege stelt vast dat klager de taxateur verwijt dat deze de bouwkundige staat – de onderhoudstoestand - van de woning niet goed heeft weergegeven in zijn rapport. Volgens klager is sprake van het bewust onjuist weergeven van bouwkundige onderdelen in de woning terwijl deze de taxateur wel kenbaar zijn gemaakt.

Het tuchtcollege kan de taxateur volgen in zijn verweer dat er nog zaken afgewerkt dienden te worden en dat er nog wat herstellingen plaats dienden te vinden, maar dat direct noodzakelijke herstelkosten om te voorkomen dat de toestand van de woning zou verslechteren niet nodig waren. Het tuchtcollege acht het niet onbegrijpelijk dat de taxateur in zijn rapport de onderhoudstoestand als goed heeft aangemerkt. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat door een taxateur de onderhoudstoestand anders wordt bekeken dan door de eigenaar van een woning. Het als ‘goed’ beoordelen van de onderhoudstoestand door een taxateur betekent niet dat er niets meer aan de woning hoeft te worden gedaan. Het betekent dat er geen direct noodzakelijke herstelkosten hoeven te worden gemaakt teneinde te voorkomen dat de toestand van de woning verslechtert. De bouwkundige onderdelen, die klager bij zijn klacht naar voren brengt, betreffen voornamelijk afbouwwerkzaamheden en verbeteringen. Ten overvloede wordt nog overwogen dat een bouwkundige opnamestaat in een taxatierapport iets wezenlijk anders is dan een bouwkundig rapport. De opnamestaat in een taxatierapport is onderdeel van de onderbouwing door de taxateur van de door hem vastgestelde taxatiewaarde (gegeven het doel van de taxatie, in casu het bepalen van de marktwaarde met het oog op een boedelscheiding).

Ten aanzien van de bij de taxatie geconstateerde lekkages overweegt het tuchtcollege dat het aanbeveling zou hebben verdiend dat de taxateur deze in het rapport zou hebben vermeld. Nu de taxateur ter zitting heeft toegelicht dat hij dit had willen doen door in het rapport foto’s op te nemen waarop de lekkages te zien waren maar klager de taxateur echter – toen hij aan hem verzocht om hiervoor toegang tot de woning te krijgen - de toegang geweigerd heeft, dit niet geheel aan de taxateur te wijten is.

Het tuchtcollege overweegt dat niet elke fout of slordigheid bij een taxatie een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Het tuchtcollege is van oordeel dat de taxateur zorgvuldiger had kunnen handelen voor zover het gaat om de door hem geconstateerde lekkages. Deze onzorgvuldigheid is echter onvoldoende ernstig om de taxateur daarvan tuchtrechtelijk gezien een verwijt te maken.

Dit betekent dat de klacht ongegrond is.