Eigenaar landhuis teleurgesteld over marktwaarde in (concept)taxatierapport
Dossiernummer: 25022
Datum uitspraak: woensdag 02 juli 2025
De klacht betreft het door de taxateur opgestelde (concept)taxatierapport met betrekking tot een vrijstaand landhuis met vrijstaand paviljoen, ondergrond, tuin met zwembad en diverse bijgebouwen.
Klager heeft de volgende klachtonderdelen naar voren gebracht:
- Het rapport is opgesteld op naam van het kantoor van de (beklaagde) taxateur, terwijl klager had afgesproken dat in naam van een ander kantoor zou worden getaxeerd.
- Het rapport bevat een groot aantal onjuistheden en de bedragen van de objecten waarmee vergeleken is, komen absoluut niet overeen met het landhuis.
De taxateur voert aan dat zij niet op de hoogte was van voorafgaande afspraken tussen klager en het andere kantoor. De offerte is opgesteld op naam van het kantoor van de (beklaagde) taxateur en een andere Register-Taxateur, ingeschreven in de Kamer Wonen, die als tweede taxateur is opgetreden. Door het ondertekenen van de offerte is klager akkoord gegaan met het bedrijf en het team dat de taxatie uitvoert. De taxateur noch haar kantoor heeft toegezegd dat het rapport op ander briefpapier zou worden uitgebracht.
De aanmerkingen van klager op het conceptrapport heeft de taxateur niet meer in overweging kunnen nemen, de vastgestelde waarde zou daardoor niet wijzigen en daar was het klager om te doen.
Het tuchtcollege overweegt dat partijen spreken van een conceptrapport, maar dat is uit het (door de taxateur ondertekende) taxatierapport zelf niet af te leiden. Het tuchtcollege acht zich dan ook bevoegd om kennis te nemen van de klacht.
De kern van de klacht is, zo bleek ook tijdens de hoorzitting, dat klager het niet eens is met de vastgestelde waarde. Het tuchtcollege is slechts bevoegd om, naar aanleiding van de klacht, te toetsen of de taxateur in redelijkheid tot de door hem vastgestelde waarde heeft kunnen komen. Het tuchtcollege is echter niet bevoegd om de marktwaarde opnieuw vast te stellen. Hiertoe zal het dan ook niet overgaan.
Dat het taxatierapport niet is opgesteld op ander briefpapier, kan de taxateur niet verweten worden. Niet gebleken is dat de taxateur op de hoogte was van de hierover door klager met het andere kantoor gemaakte afspraken. Er was ook geen reden voor haar om op dit punt navraag te doen, te meer niet omdat klager hierover bij het ondertekenen van de offerte op naam van het kantoor van de taxateur geen opmerking heeft gemaakt. Het was aan klager zelf om de taxateur te wijzen op de door hem gemaakte afspraken.
In de offerte en in het rapport is vermeld dat de taxateur, die is ingeschreven in de Kamer Grootzakelijk Vastgoed, zal worden bijgestaan door een tweede taxateur die is ingeschreven in de Kamer Wonen. Hiermee heeft de taxateur voldoende duidelijk gemaakt dat zij en haar collega over voldoende vakbekwaamheid beschikten om het object, dat deels onder de Kamer Grootzakelijk Vastgoed en deels onder de Kamer Wonen valt, te kunnen taxeren.
Over de gebruikte referenties overweegt het tuchtcollege dat in het rapport voldoende is beschreven waarom de taxateur de gebruikte referenties heeft uitgekozen en hoe zij deze heeft vergeleken met het getaxeerde object. Ook op dit punt is van klachtwaardig handelen geen sprake.
Het tuchtcollege acht het evenmin klachtwaardig dat de taxateur bij de SWOT-analyse als kans heeft vermeld dat het object in twee delen kan worden verkocht (landhuis en paviljoen) en zij het landhuis en het paviljoen in verband hiermee (ook) afzonderlijk heeft gewaardeerd. Dat voor afzonderlijke verkoop de nodige aanpassingen gedaan zouden moeten worden omdat landhuis en paviljoen qua techniek met elkaar verbonden zijn, doet daar niet aan af. De taxateur heeft haar standpunt dat landhuis en paviljoen afzonderlijk zouden kunnen worden verkocht, voldoende onderbouwd en dat standpunt is naar het oordeel van het tuchtcollege voldoende navolgbaar.
De overige door klager genoemde onjuistheden in het conceptrapport had de taxateur, zoals zij zelf ook ter zitting heeft benadrukt, bij het opstellen van het definitieve taxatierapport nog kunnen aanpassen.
Het tuchtcollege verklaart de klacht daarom ongegrond.
Terug naar overzicht