Na een audit in het kader van doorlopend toezicht heeft NRVT een klacht ingediend die ziet op een drietal taxatierapporten vallend onder de Kamer Landelijk Agrarisch Vastgoed.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld waarin essentiële informatie ontbreekt. Er is sprake van de volgende onvolkomenheden: in één of meerdere rapporten voldoen de overeengekomen opdrachtvoorwaarden niet aan de hieraan gestelde eisen, heeft er onvoldoende onderzoek plaatsgevonden naar zakelijke rechten, is de kwalitatieve analyse van de referenties onvoldoende, is de eerdere betrokkenheid van de taxateur niet juist ingevuld, zijn de productierechten onterecht meegenomen in de marktwaarde en is de huursituatie onvoldoende beschreven is. Hierdoor zijn de berekeningen en opbouw van de geschatte waarde niet inzichtelijk en de overwegingen van de taxateur voor een derde niet te volgen.

De taxateur merkt op de fouten en gebreken in de rapporten tijdens de audit al ruiterlijk te hebben toegegeven en een en ander te hebben opgepakt. Deze gebreken komen dan ook niet meer voor in de huidige rapporten en de taxateur is ervan overtuigd dat de rapporten nu voldoen aan de eisen van NRVT. De taxateur begrijpt dat hij een maatregel opgelegd kan krijgen voor de gemaakte fouten en gebreken, maar vindt het teleurstellend dat hierbij wordt meegewogen dat hij eerder een maatregel opgelegd heeft gekregen, zeker nu de uitspraak in die zaak is gedaan na de datum van het auditgesprek en het auditrapport. Het meewegen van die uitspraak uitmondend in het verzoek om in verband met de onderhavige klacht de maatregel van berisping aan hem op te leggen, vindt de taxateur te zwaar.

Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur taxatierapporten heeft opgesteld die niet voldoen. De door de taxateur geschatte waarde is hierdoor niet goed onderbouwd. Daardoor zijn fundamentele beginselen geschonden zoals vastgelegd in het Reglement Gedrags- en Beroepsregels (RGB), met name het beginsel van zorgvuldigheid en transparantie (artikel 12 RGB).

De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.

Gezien de aard en de ernst van de overtredingen is naar het oordeel van het tuchtcollege het opleggen van een berisping in beginsel passend. Het tuchtcollege laat echter meewegen dat de taxateur zijn fouten erkent en er blijk van heeft gegeven hiervan te hebben geleerd. Het tuchtcollege heeft kennis genomen van de uitspraak in de andere zaak, maar ziet hierin geen aanleiding om een zwaardere maatregel op te leggen. Het tuchtcollege acht het opleggen van een waarschuwing in de gegeven omstandigheden passend.