Klagers hebben een klacht ingediend omdat zij het niet eens zijn met de waardes die door de taxateur in opdracht van de rechtbank zijn vastgesteld. Klagers menen dat de taxateur hiermee voorbijgaat aan het feit dat er een bodemrapportage was, waarmee klagers niet bekend waren op het moment dat zij de woning kochten. In die bodemrapportage werd gesproken over verontreiniging op het moment dat klagers de woning kochten.

Het tuchtcollege overweegt dat artikel 11 van het Reglement Gedrags- en Beroepsregels bepaalt dat een Register-Taxateur autonoom, onafhankelijk, uitsluitend op grond van zijn eigen afweging zonder ongepaste beïnvloeding of druk tot een schatting van de waarde moet komen. Dat de taxateur zich zou hebben laten beïnvloeden door de advocaat van de tegenpartij in de lopende juridische procedure, acht het tuchtcollege niet bewezen. Dat de taxateur spreekt over 'bekendheid van de verontreiniging in de regio’ is daarvoor onvoldoende. De informatie daarover is bovendien niet van invloed op de vaststelling van de waardes. Dit is pas van toepassing als sprake is van ernstige verontreiniging waarbij taxatietechnisch rekening gehouden wordt met extra kosten in verband met sanering en daarmee invloed op de marktwaarde. In deze was sprake van lichte verontreiniging die geen invloed had op de gebruiksmogelijkheden. Klachtonderdeel 1 en 2 oordeelt het tuchtcollege hiermee ongegrond.

Het tuchtcollege volgt klagers in de stelling dat een geveltaxatie – in beginsel – niet is toegestaan. In het kader van een professionele taxatiedienst moet onder meer zorgvuldig onderzoek worden gedaan en moeten de bevindingen van een inpandige inspectie in een taxatierapport worden vastgelegd. Nu de taxateur ter zitting niet afdoende heeft kunnen verklaren waarom uiteindelijk besloten is tot het uitvoeren van een geveltaxatie, behalve dan dat het pand inmiddels was verbouwd en er (aanvankelijk) toegangsproblemen waren, overweegt het tuchtcollege dat de taxateur zich niet voldoende heeft ingespannen om een inpandige inspectie te doen. Door deze geveltaxatie zijn er enige ‘fouten’ in het rapport terecht gekomen. Met name met betrekking tot de indeling, waarop de taxateur, naar aanleiding van opmerkingen van klagers, niet adequaat genoeg heeft gereageerd. De taxateur is hier tekortgeschoten. Dit klachtonderdeel is hiermee gegrond.

Dat sprake is geweest van een te lang tijdsverloop tussen ontvangst van de opdracht en het uitbrengen van het taxatierapport heeft het tuchtcollege niet kunnen vaststellen. Zoals ter zitting toegelicht duren dit soort trajecten in het kader van een rechtbankprocedure nu eenmaal langer als gevolg van de complexiteit en zorgvuldigheid.

Het tuchtcollege oordeelt dat de taxateur niet geheel zorgvuldig te werk is gegaan. Dit gedrag was naar het oordeel van het tuchtcollege echter niet dusdanig onzorgvuldig dat een maatregel moet worden opgelegd.