Perceel voor kavelweg niet meegenomen in taxatierapport

Dossiernummer: 25008

Datum uitspraak: donderdag 22 mei 2025

Klager heeft een taxatierapport gevraagd van haar woning. Daarbij blijkt geen rekening te zijn gehouden met twee stukken kavelweg, die ook eigendom van klager zijn. Daardoor is bij de vergelijking uitgegaan van een te klein perceel. De waarde had hoger moeten zijn. De taxateur heeft echter geweigerd zijn rapport daarop aan te passen.

De taxateur meldt dat klager bij de opdracht geen melding heeft gemaakt van deze percelen. Het taxatierapport is ontkoppeld en de percelen zijn alsnog aan het rapport toegevoegd. De waarde is echter niet aangepast. De taxateur stelt dat dit voor de getaxeerde waarde geen verschil maakt. De percelen zijn bestemd als kavelweg en dienen als toegang voor meerdere woonpercelen. Er rusten diverse lasten op de percelen, zoals het zorgen voor onderhoud, afwatering, voorzieningen voor bluswater en zorgdragen voor toegankelijkheid van de aangrenzende percelen.

De taxateur heeft tijdens de hoorzitting erkend dat, nadat de twee percelen kavelweg bij de taxatie waren betrokken, de waarde van het perceel van klaagster als geheel (ruim 2000 m²) in vergelijking met de percelen die als referentieobjecten in het rapport zijn opgenomen, iets - namelijk € 6.000,00 - hoger ligt dan de nu getaxeerde waarde van € 890.000,00.

Het tuchtcollege is van oordeel dat de taxateur uit de kadastrale kaart en in de koopakte de werkelijke situatie had kunnen en moeten afleiden. Door de kavelwegen aanvankelijk in de taxatie niet mee te nemen en later in het rapport geen uitleg te geven over de invloed van het toevoegen van de twee percelen op de waarde van het totale perceel heeft de taxateur dan ook niet zorgvuldig gehandeld. In die zin is de klacht gegrond.

Ten opzichte van de vastgestelde waarde gaat het om minder dan 1% verschil. Het tuchtcollege acht het aannemelijk dat, zoals de taxateur aanvoert, het NWWI niet akkoord zou zijn gegaan met een ontkoppeling van het rapport om de waarde met een dusdanig klein bedrag bij te stellen. Dat valt de taxateur dan ook niet te verwijten.

Alles overziende acht het tuchtcollege oplegging van een maatregel, gelet op de aard en omvang van de tekortkoming, niet passend.

Het tuchtcollege overweegt tot slot dat gebleken is dat klaagster en de taxateur over dit punt niet duidelijk met elkaar hebben gecommuniceerd, ook omdat de communicatie liep via het bedrijf dat klaagster had ingeschakeld voor de taxatie en dat de taxateur gevraagd heeft de taxatie uit te voeren. Formeel was klaagster echter de opdrachtgever van de taxatie en het had de taxateur naar het oordeel van het tuchtcollege dan ook gesierd als hij op enig moment had getracht rechtstreeks met klaagster contact op te nemen over de kwestie. Wellicht was indiening van een klacht daarmee te voorkomen geweest.


Terug naar overzicht