Taxeren voor ruziënde erfgenamen: extra zorgvuldigheid en transparantie geboden

Dossiernummer: 22404

Datum uitspraak: vrijdag 09 september 2022

Er is onenigheid tussen twee broers over een perceel grond. De ene broer is eigenaar van het perceel en laat een taxatierapport opstellen. De andere broer vindt dat de waardering niet klopt en laat ook een taxatierapport opmaken. De eigenaar/broer van klager dient een klacht in tegen de opsteller van het laatste taxatierapport.

Het tuchtcollege oordeelt dat de klacht op een aantal punten gegrond is.

Zo staat er in het rapport dat de informatie afkomstig is van de eigenaar, maar die informatie was afkomstig van de opdrachtgever. Ook het klachtonderdeel over de bestemming van het perceel is gegrond. De taxateur heeft in het rapport onvoldoende onderbouwd waar het perceel voor gebruikt kan worden. Dat wreekt zich ook bij de SWOT-analyse, die onvoldoende is uitgewerkt. De informatie over de ontsluiting van het perceel vindt het tuchtcollege onduidelijk, waardoor verwarring kan ontstaan.

Het rapport is daarnaast niet transparant en is onvoldoende zorgvuldig. De taxateur wist dat er eerdere taxatierapporten waren én wist dat er onenigheid was. Onder die omstandigheden mocht de taxateur niet zonder meer afgaan op de informatie van zijn opdrachtgever.

Tot slot is bij berekening volgens de NAR-methode onvoldoende inzichtelijk hoe de taxateur gekomen is op de markthuurwaarde, de exploitatielasten en de NAR yield.

Wel heeft de taxateur voldoende uitgelegd waarom hij vanwege de ligging en grondsoort tot een andere waardering uitkomt dan bij een referentieobject. De Praktijkhandreiking Landelijk en Agrarisch Vastgoed van NRVT stelt niet dat hierbij een nadere onderbouwing moest worden gegeven. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Het tuchtcollege overweegt dat een taxateur, die ervan op de hoogte is dat het gaat om een erfkwestie waarbij de erfgenamen in onmin leven en dat zijn taxatierapport het gevolg was van onenigheid over een eerdere taxatie, extra moet letten op zorgvuldigheid en transparantie. Daar heeft de taxateur onvoldoende aandacht aan besteed.

De klacht is (grotendeels) gegrond en de taxateur wordt een berisping opgelegd.


Terug naar overzicht