Woonboerderij met twee kadastrale percelen

Dossiernummer: 220222

Datum uitspraak: woensdag 08 juni 2022

Klager is niet tevreden over het taxatierapport dat in zijn opdracht is gemaakt van zijn woonboerderij, ten behoeve van het oversluiten van de hypotheek en een geplande verbouwing. Klager voert vier hoofdklachten aan, met maar liefst meer dan 50 klachtonderdelen.

De taxateur zegt dat hij het rapport opgesteld heeft conform de regels en richtlijnen van NRVT. Hij erkent dat de communicatie moeizaam verliep. Hij hield dat af, omdat hij vond dat klager als opdrachtgever invloed wilde op de uitkomst van de taxatie.

De meeste klachten en klachtonderdelen verwerpt het tuchtcollege. Zo is onvoldoende onderbouwd dat de taxateur niet onafhankelijk was. Dat de taxatie had moeten worden verricht door een LAV-taxateur had klager zich eerder moeten bedenken, vóór hij akkoord ging met de opdrachtvoorwaarden waarin stond dat het om een woningtaxatie ging. Dat de taxateur een bijgebouw als garage heeft vermeld in plaats van als paardenstal, vindt het tuchtcollege terecht. Het gebouw stond volgens de taxateur zo vol, dat hij geen paardenboxen heeft gezien, dus hij heeft deze ook niet vermeld.

Toch is de taxateur wel een en ander te verwijten: hij heeft geen meting verricht en zich gebaseerd op een eerdere opname uit 2014. Omdat de woonboerderij daarna is verkocht en verbouwd, is een visuele controle onvoldoende voor een zorgvuldige maatvoering.

Ook heeft de taxateur in het rapport vermeld dat er geen bijzondere rechten waren, terwijl er sprake was van bijzondere rechten vanwege de aanwezigheid van gasleidingen en een recht van overpad. Deze klachtonderdelen zijn gegrond.

Daarnaast blijkt uit de leveringsakte dat sprake is van twee kadastrale percelen. Dat had voor de taxateur aanleiding moeten zijn om na te vragen of beide in de taxatie moesten worden meegenomen. Dat de taxateur dat heeft nagelaten, is in strijd met de vereiste zorgvuldigheid.

Tot slot overweegt het tuchtcollege dat de communicatie tussen partijen moeizaam verliep. Daar had de taxateur – als de professionele partij – meer voor mogen openstaan.

Gelet op al het bovenstaande, waarbij sommige klachtonderdelen gegrond zijn en andere ongegrond, en in aanmerking genomen de aard en ernst van de gedragingen, verklaart het tuchtcollege de klacht gegrond en acht een waarschuwing een passende maatregel.


Terug naar overzicht