Taxateur handelt wederom in strijd met het beginsel van zorgvuldigheid en transparantie
Dossiernummer: 24687
Datum uitspraak: woensdag 16 april 2025
Door het NWWI is een klacht ingediend omdat de taxateur een rapport heeft uitgebracht waarin de eigendomssituatie niet juist is weergegeven. Zo is de taxateur uitgegaan van volle eigendom waar sprake was van erfpacht. Het NWWI heeft vervolgens de validatie ingetrokken.
Het tuchtcollege stelt vast dat de taxateur een taxatierapport heeft opgesteld waarin fouten zitten. Deze fouten worden door de taxateur ook erkend. Bij twee van de vier referentieobjecten heeft de taxateur een foutieve eigendomssituatie opgenomen. Op vragen hierover van zowel de opdrachtgever als het NWWI is door de taxateur niet adequaat gereageerd. Het is niet aannemelijk dat geen enkele correctie op de waarde zou moeten plaatsvinden als er sprake is van erfpacht van de grond in plaats van volle eigendom. Zelfs als juist zou zijn wat de taxateur heeft gesteld, maar niet onderbouwd, namelijk dat het verschil tussen volle eigendom en erfpacht in de regio ‘niet groot’ zou zijn, is er nog steeds sprake van een verschil.
Het tuchtcollege is van oordeel dat het taxatierapport op onvoldoende zorgvuldige en transparante wijze is opgemaakt. De klacht wordt daarom gegrond verklaard.
Wat betreft de op te leggen maatregel geldt dat het tuchtcollege van oordeel is dat er sprake is van een grote mate van verwijtbaarheid. De taxateur was een gewaarschuwd man. Tegen de taxateur was immers nog recent een klacht gegrond verklaard. Het gaat hier over twee serieuze fouten bij de keuze en uitwerking van de referentiepanden. Geconfronteerd met deze fouten heeft de taxateur niet alleen traag gereageerd, maar vooral op de wijze van ‘niets aan de hand’. Het belang van de nauwkeurigheid lijkt de taxateur te ontgaan. Het tuchtcollege oordeelt dat met een berisping hier niet kan worden volstaan, een voorwaardelijke schorsing is een adequate maatregel.
Door deze uitspraak wordt de bij de eerdere uitspraak aan de taxateur opgelegde voorwaardelijke boete van € 2.500 (uitspraak N23545) omgezet in een onvoorwaardelijke boete.
Terug naar overzicht